Hoofdstuk 1

West Papua –  Het vergeten volk –  Hoofdstuk 1

2001:

Vrijwel wekelijks zit ons tennisgroepje na een partijtje tennis  te debatteren, meestal over politieke kwesties, zoals het Midden Oosten, Screbrenica, etc., waar wij dan ook nooit uitkomen.

!cid_004501c30cf9$4906fa90$1982cc51@c100

Onwillekeurig denk ik dan aan de Nieuw Guinea affaire in 1962, nu veertig jaar geleden, waar ik toen der tijd  als dienstplichtig militair bij de marine diende als telegrafist op een onderzeebootjager, Hr.Ms.de Overijssel.

afbeelding2

 

In de geest van die tijd was dit een spannende, onzekere aangelegenheid en komende uit Kilder, een klein dorp grenzend aan het Montferland,  en nog nooit gevaren, was dit voor mij een enorme overgang.

Op 15 Juni 1962 te 11.15 vertrok Hr.Ms.Overijssel, begunstigd door fraai weer, uit Den Helder naar Nederlands Nieuw Guinea. Vanwege de oorlogsspanning verliep de reis niet via het Suez kanaal, maar via het Panama kanaal. Na 4 dagen komen wij bij de eerste aanleghaven, Ponta Delgada op het eiland San Miguel, het grootste van de 7 vulkanische eilanden van de  Azoren. Na een kort verblijf van 2 dagen, victualiën laden en nog even passagieren wordt de Atlantische oceaan overgestoken, richting Amerika. Na 8 dagen, varen wij langs Saba voor een weekendbezoek naar Curacao-Willemstad Voor het 3 dagen durende verblijf van Hr.Ms. Overijssel te Willemstad was er voor de bemanning een programma samengesteld.

Er waren sport ontmoetingen en er werd gastvrijheid ondervonden van marine gezinnen en particuliere burgers. Op 2 Juli 12.30 vertrok het schip weer naar zee voor de tocht naar het Panama kanaal. Dat werd de andere dag tegen 09.00 uur bereikt, maar om 15.30 uur kwam het schip pas in aanmerking om door het kanaal te worden geloodst, zodat het grootste gedeelte van de tocht door het donker werd afgelegd De Gatun sluizen werden echter nog bij daglicht gepasseerd Op 5 Juli meerde de Overijssel aan een steiger in Balboa om olie te laden, waarna het schip weer vertrok voor het traject naar Californië. Deze tocht van 2830 zeemijlen verliep onder gunstige omstandigheden en op 13 Juli werd aangelegd aan de steiger van het Naval Station in San Diego.

Hier werd USS Buchanan aangewezen als host schip en werden bezoeken uitgewisseld. Voor de 150 opvarenden werd  een bustocht georganiseerd naar de omgeving van Los Angelos, voor een bezoek aan Disneyland en Knott’s Berry Farm.  De volgende etappe voerde naar Pearl Harbour, Hawaiï, een afstand van 2300 zeemijlen. In tegenstelling tot het oorspronkelijke programma, waarin 2 dagen waren uitgetrokken voor een verblijf, bleef dit bezoek beperkt tot 1 dag, omdat er een opdracht was binnengekomen om de reis te versnellen. Men kon op die dag nog wel passagieren en tochtjes maken. Tegen 18.00 die dag verliet Hr.Ms.Overijssel de haven  en begon de tocht naar Midway, een afstand van 1200 zeemijlen. Het schip liep een hoge vaart, maar er was een kalme zee en uitermate fraai weer. Die avond was er een prachtige zonsondergang en met de scheepsband, de hoge vaart en een pilsje bij de hand, was het goed vertoeven op het dek .

Op 25 Juli was het schip van 14.00 tot 18.00  in Midway om olie en water te laden. Gedurende dit korte oponthoud kregen wij nog de gelegenheid een wandeling over het eiland te maken, in de Navy Exchange inkopen te doen of aan het fraaie strand te zwemmen. Dit laatste diende met  de nodige voorzichtigheid te geschieden wegens de aanwezigheid van haaien. Op een gegeven moment ging de surveillance toeter en moest iedereen het water uit. Het traject Midway – Guam was 2300 zeemijlen en gedurende deze tocht kwam Neptunes aan boord, hoewel het schip zich nog benoorden de evenaar bevond en de deze feestelijkheden namen de gehele voormiddag in beslag. Op 30 Juli verbleef het schip in Guam om olie en water te laden en er waren geen officiële bezoeken af te leggen. De laatste duizend zeemijlen werden in ongeveer 41 uur afgelegd. Op 1 Augustus om 14.00 uur kwam het schip voor anker op de rede van Hollandia, Nieuw-Guinea.Een reis van 15000 zeemijlen. De commandant der strijdkrachten in Nederlands Nieuw-Guinea, schout- bij-nacht L.E.H. Reeser, kwam enige uren later aan boord, inspecteerde de bemanning en sprak een welkomstwoord.  Weer enkele uren later vertrok het schip naar Biak.

Schermutselingen:  tot en met 18.8.1962, waar bij verschillende acties en patrouilles, 12 Nederlandse militairen en ca. 5 Papoea gidsen omkwamen. Aan Indonesische zijde sneuvelden ca 165 Indonesiërs en werden ca. 533 infiltranten gevangengenomen.

Het agressieve optreden van Indonesië in Nieuw Guinea in 1962, begint met een poging van 3 motortorpedoboten om de zuidkust te benaderen.

Deze poging werd echter bij Vlakke Hoek door het optreden van “Hr.Ms.Evertsen en Hr.Ms. Kortenaer en een Neptune-vliegtuig van de MLD op 15 januari  tegen omstreeks 21.30 afgeslagen. Een MTB, de “Matjan Tutul” werd door het eerste schot van de Evertsen in brand geschoten en de 2 anderen werden op de vlucht gejaagd. Het brandende schip voer op volle kracht door en de Evertsen bracht het tot zinken. Vervolgens werd de achtervolging ingezet op de twee vluchtende boten.  Een werd alsnog geraakt en de ander voer op een rif. In totaal werden 52 overlevenden van de Indonesische MTB gevangen genomen. Aan boord stierven alsnog enkele zwaar gewonden. Het aantal gesneuvelden bleek later 39 man te bedragen, waaronder de plaatsvervangend chef staf van de Indonesische marine, commandeur Sudarso. Het grote aantal militairen aan boord van deze MTB wees op een infiltratiepoging, dit bleek ook uit de verhoren. De volgende dag werden de gevangenen bij Kaimana aan land gezet en overgedragen aan de politie.

Dat Indonesië van plan was om hiermee door te gaan, bleek bij infiltraties in de nacht van 18 op 19 maart op de eilanden Gag en Waigeo. Op deze eilanden landde namelijk een volledig bewapende compagnie. Op 22 April waren beide eilanden van infiltranten gezuiverd.

Tijdens deze zuiveringsactie viel op 25 maart een Indonesisch vliegtuig het bij het eiland Gag liggende landingsvaartuig L 9534 aan; er vielen 3 lichtgewonden.

Op 24 Maart ontdekte een Neptune-vliegtuig een Indon. schoener, die bij Fak Fak de kust trachtte te bereiken. Daar deze schoener, ondanks herhaalde waarschuwingen toch naar de kust bleef koersen, werd het schip door het vliegtuig in brand geschoten.

Bij Aidoena aan de Jera-rivier gingen op 27 Maart ongeveer 30 infiltranten aan land. Acties van mariniers en politie leidden ertoe, dat deze infiltranten op 20 April geheel onschadelijk werden gemaakt.

Wegens de duidelijk gebleken Indonesische dreiging nam de Nederlandse regering maatregelen om de veiligheid van Nieuw-Guinea te kunnen waarborgen. Op 28 maart begon men daarom versterkingen te sturen.

Op 10 April werden snelle vaartuigen noordwest van Fak fak waargenomen. Zij werden door “Hr.Ms. Evertsen en “Hr.Ms. Utrecht”verjaagd. Op 19 april hield de Evertsen” nabij Fak Fak een prauw met 5 infiltranten aan.

Vervolgens zette Indonesië een nieuw strijdmiddel in, namelijk parachutisten.

Van 26 April tot 24 Juli werden parachutisten gedropt boven de Vogelkop, het Onin-schiereiland en de omgeving van Kaimana en Merauke. Naar schatting werden ca. 1200 parachutisten gedropt.

Tegen deze parachutisten werd met kracht opgetreden. Onafgebroken achtervolgden mariniers, soldaten, politie en leden van het Papoea vrijwilligerskorps deze infiltranten.

De para’s splitsten zich echter af in kleine groepjes en vermeden gevechtshandelingen, maar dank zij de krachtdadige hulp van de Papoea-bevolking, die optrad als gids en boodschapper en ook dank zij de steun van Harer Majesteits schepen en vliegtuigen gelukte het om tot 18 Augustus ruim 366 van deze para’s uit te schakelen. Bovendien patrouilleerden schepen en vliegtuigen dag en nacht langs en boven de kust van Nieuw Guinea.

Marine schepen manoeuvreerden dusdanig dat de gehele kustlijn via radar werd afgedekt en zelfs prauwen werden gesignaleerd. Hierbij werden diverse successen geboekt, zoals de aanhouding van een prauw met 20 infiltranten, ten westen van Fak fak op 14 mei door “Hr.Ms. Utrecht”, het onder vuur nemen van Indonesische vliegtuigen nabij Kaimana door “Hr.Ms.Limburg”, het neerschieten van een Dakota transportvliegtuig op 17 mei door een Neptune, het gevecht op die dag van een Neptune met een Mitchell-bommenwerper, het beschieten van parachutisten door een Neptune nabij Teminaboean op 21 Mei, de aanval van een Neptune op een onderzeeboot nabij het eiland Noemfloor op 31 Juli, de steun van “Hr.Ms. Evertsen”aan de acties van de mariniers op het schiereiland Onin, de steun van “Hr.Ms.Luymes” en aan acties van mariniers op het eiland Missool op 10 Augustus en het afslaan van een landingspoging op datzelfde eiland door “Hr.Ms.Friesland”en een Neptune een dag later.

landingsdivisie

Op 14 Augustus steun van “Hr.Ms.Overijssel”aan een peloton mariniers bij het eiland Missool, bij welke actie dienstplichtig marinier Peter Mannie sneuvelde. Dit wordt ook wel de laatste hinderlaag genoemd en wordt later in dit verslag op teruggekomen.

Door “Hr.Ms.Overijssel”wordt ook nog een onderzeeboot opgebracht naar internationale wateren.

Van Nederlandse kant voeren 3 onderzeeboten “Hr.Ms.Zeeleeuw”,”Walrus”en “Dolfijn” in en om de wateren van Nieuw Guinea.

 Gerard

De grote aanval: Operasi Djajawidjaja

President Sukarno was er niet van overtuigd dat diplomatiek overleg tot resultaat zou leiden en daarom werd gekozen voor de operatie Djajawidjaja voor de bevrijding van Nieuw Guinea .Dit zou moeten gebeuren via luchtsuprematie, landing van parachutisten en amfibische strijdkrachten op Biak, met als mogelijk doel Sorong en zo mogelijk doorstoten naar Hollandia.

Voor deze operatie stonden ter beschikking: 2 luchtbrigades van ca.7.000 man parachutisten, 1 brigade mariniers à 3 bataljons van elk 1.500 man met amfibische tanks en landingsvaartuigen, totaal ca 4.500 man, bestemd voor de eerste aanvalsgolf op Biak, 2 infanteriebrigades à 3 bataljons elk met ca. 6.000 man, plus de benodigde ondersteunende wapens,artillerie en genie, logistiek personeel van ca. 3000 man, alsmede 1 infanterie bataljon Bradwidjaja met 750 man.

Deze gehele macht was in de loop van Juli 1962 geconcentreerd in de Pellenbaai in de Banggai-archipel aan de oostkust  van Celebes. Voor het transport was een vloot beschikbaar van in totaal 150 schepen, waarvan er 30 marineschepen waren en de rest koopvaardij. Verder zouden 6 onderzeeboten aan de actie deelnemen, die door Russen bemand werden, aangezien het Indonesisch personeel daarvoor nog niet voldoende geschoold was. In totaal waren er dus 22.000 man landingstroepen plus 7.000 man aan para’s is 29.000 man.

Wat kon Nederland hier tegenover stellen? In Augustus 1962 bevonden zich in Nieuw Guinea:

“Hr.Ms. Friesland”,Limburg, Groningen, Overijssel,Evertsen,Kortenaer,Luymes,Snellius,Pelikaan,Dolfijn,Zeeleeuw. 3 dregboten, 3 LT’s 7 LCPR’s, 6 LCA’s, 2 sleepboten, 84 Zodiac rubberboten, diverse motorsloepen en de hulpschepen

“Duivendrecht, Bussum en Alte Marum, met in totaal 2.956 man vlootpersoneel.

Op Biak was squadron 321 gestationeerd met 10 Neptunes en 326 man personeel van de MLD. Verder waren er 1.425 mariniers. De totale sterkte van de Koninklijke marine bedroeg 4.707 man, die van de Koninklijke landmacht 4.096 man en die van de Koninklijke luchtmacht, 720 man met 22 Hunter straaljagers, 4 C-47 Dakota’s en 2 helikopters. De totale sterkte was 9.523 man.

Dit maakte een Indonesische overmacht van 3 op 1. Voor een invasie niet ruim volgens de klassieke militaire opvattingen.

Aanvankelijk had Sukarno het begin van de operatie bepaald op 9 Augustus, maar omstandigheden brachten hem ertoe die uit te stellen tot 14 Augustus.

Op die dag, toen de eerste schepen van de invasievloot al uit de Pellengbaai waren uitgevaren, kwam de order de operatie te stoppen. Er was in New York overeenstemming bereikt.

Na het voorlopig akkoord tussen Nederland en Indonesië werden op 18 Augustus 1962 alle gevechtshandelingen gestaakt. Op 1 Oktober volgde de soevereiniteitsoverdracht aan de Verenigde Naties. Op 14 november vertrok “Hr.Ms.Overijssel” als laatste grote oppervlakteschip uit Biak en voer via het Suezkanaal terug naar Nederland.

Het plotselinge akkoord d.d. 15.8.1962, waarbij Nederlands Nieuw Guinea op 1 Mei 1963 voor een periode van 6 jaar aan Indonesië zou worden overgedragen, kwam als een volledige verrassing.

Het werd ons na ” een alle hens aan dek”, door de commandant Kapitein Lt. A. van der Moer medegedeeld. De verslagenheid was groot en een gevoel van onmacht en spijt om de Papoea’s zo in de steek te laten, veroorzaakte ook een zekere woede.

Met gemengde gevoelens heb ik hier altijd tegen aan gekeken en politiek gezien was hier sprake van het bekende handjeklap, waarbij zelfs de gemaakte afspraken niet werden nageleefd.

Men stopt de zaak in de doofpot en van enige transparantie was niets te merken.

Een gevoel van onmacht maakt zich van je meester en je probeert het weg te drukken.

Het is alsof men zich geneert, niemand roert zich.

Totdat ik ca. 3 maanden geleden, na een tennisavond met een debat over Screbenica wel eens wil weten hoe het nu eigenlijk op Nieuw Guinea is. In eerste instantie kon ik op internet echter niets vinden.  Via de stichting Hapin (Hulp voor Papoea’s in nood) kom ik echter bij verschillende links en lees ik zelfs de brief van wijlen president John.F. Kennedy, gericht aan de Nederlandse regering, om N. Guinea op te geven.

Mijn interesse werd gewekt en ik begon allerlei stukken door te lezen en ik meld mij direct aan als vrijwilliger voor de stichting Hapin. Er wordt mij documentatie toegestuurd en dagelijks komen er e-mails via Kabar Irian binnen over de gebeurtenissen in West Papoea.

Dan volgt er een uitnodiging voor een landelijke ontmoetingsdag van Papoea organisaties op 16 Maart 2002 in Wageningen onder auspiciën van de  stichting Hapin.

Groot is mijn verbazing, als zich daar 18 kleine organisaties hebben aangemeld, die ieder een spreekbeurt van 3 minuten krijgen toebedeeld om de doelstellingen van hun stichting te introduceren.

Wat mij aansprak was de gedrevenheid, passie om hulp te bieden aan de Papoea’s binnen een veranderde politieke context en de samenwerking om via korte directe lijnen adequate hulp te bieden op allerlei gebied.

Wat mij opvalt is dat veel mensen ook daadwerkelijk in dit land zijn geweest of hebben gewerkt, zoals geestelijken, onderwijzers, artsen, verplegend personeel, mensen in de bosbouw, wegenaanleg en militairen.

In de verschillende stichtingen zijn veel mariniers vertegenwoordigd en de spreker van het Veteranen Instituut vertolkte de mening, dat veel oud-militairen zich geroepen voelden om nu op latere leeftijd iets terug te doen voor de Papoea bevolking.

Als laatste spreker vertel ik, dat ik pas onlangs over de situatie in Nieuw Guinea heb gelezen en daarbij heb vastgesteld dat men ernstig in gebreke is gebleven voor wat betreft de eerlijke voorlichting over Nieuw Guinea en dat

men hier te maken heeft met een doofpot affaire.

Mijn bijdrage zal zijn het maken van een website over Nieuw Guinea, West Papua.

Dit is nu precies de kern van de zaak en de reden om dit verhaal te schrijven. De aandacht vestigen op het lot van de Papoea’s en de kans om bepaalde gebeurtenissen van mij af te schrijven en het geheel nu  ruim 40 jaar later transparanter te maken en duidelijk te maken wat zich de afgelopen 40 jaar op voormalig Nieuw Guinea heeft afgespeeld en nog gaat afspelen.

Bepaalde gebeurtenissen kwamen pas tientallen jaren later boven water en dan pas vallen de puzzeltjes in elkaar.

Zo werd er via de stichting Hapin gewezen op de uitzending van de VPRO op Ned. 3 op 19 Maart om 20.30.

Hier werd de laatste hinderlaag behandeld bij kampong Wey op het eiland Missool.

Nu 40 jaar later is dienstplichtig marinier Peter Mannie op 6 Maart 2002 op het Ere-veld Loenen toch nog herbegraven. Zijn zus Francoise heeft nog maar onlangs van Wim Elgers te horen gekregen, wat er precies is gebeurd op die bewuste dag in Augustus 1962, een dag voor het overdrachtsakkoord.

Nu is er ook de achtergrond informatie, wat voor impact dat op dit gezin heeft gehad. Peter was de oudste van een groot gezin uit Tilburg.

In dezelfde uitzending werd ook de interventie van prins Bernhard besproken via de zogenaamde groep Rijkers, die hun eigen economische belangen in Indonesië niet wilden schaden en dus tegemoet wilden komen aan de wensen van Sukarno.

Vlak voor die gebeurtenissen bij Missool werd er een onderzeeboot onderschept en met een helikopter

erboven door Hr.Ms. Overijssel opgebracht naar internationale wateren.

Nu meen ik zeker te weten, dat dit een Russische onderzeeboot was, toen der tijd werd hier met geen woord over gerept. Ook Hr.Ms.de Luymes heeft regelmatig een “walvis”op radar gehad, o.a. eenmaal in de buurt van Gag bij  Sorong.

Voorafgaand aan de gebeurtenis, de zogenaamde laatste hinderlaag,  werden  in de nacht van 9 op 10 Augustus  door 4 torpedoboten met elk ca. 70/100 infiltranten ,bij Missool aan land gezet.

Deze landing werd ontdekt door Papoea’s, die waren gedropt door de Luymes.  Aan de hand van witte stokken, plaatste men een herkenningsteken en dit signaal werd opgepikt door een Neptune verkenningsvliegtuig.

Hollandia, commando zeemacht werd ingeschakeld en toen Hr.Ms. de Luymes de baai invoer, kwamen twee Papoea’s, waaronder het kamponghoofd, zwemmend naar de boot. Deze werden door mariniers, aan boord van de Luymes opgepikt en die vertelden wat er was gebeurd. De mariniers kregen toen al vuur.

Bekend werd, dat er een munitie depot was ingericht in een gebouwtje en dat Indonesiërs zich hadden ingegraven op het strand. Door het geschut van de Luymes werd vrijwel direct het munitie depot getroffen en vloog alles in de lucht. De linker kant van kampong Wey werd hierbij getroffen.  De bevolking van de kampong was al het binnenland ingevlucht. De Indonesiërs kregen niet de kans mortierstellingen op de flanken in te richten en ook het strand werd gebombardeerd.

Andere mariniers, ingekwartierd bij kampong Wey hebben vastgesteld dat veel Indonesiërs hierbij zijn omgekomen. De rest was het binnenland ingevlucht.

De Luymes voer verder en op 14/15 Augustus kwam de Overijssel vlak voor de kust van Missool in de buurt van kampong Wey. Er was een verzoek om vuursteun binnengekomen. Omdat er infiltranten waren gesignaleerd, werd er een verkenningspatrouille van 23 mariniers geformeerd om vanaf kampong Wey de infiltranten op te sporen. Omdat de patrouille in het voorterrein zat, bleef vuursteun van de Overijssel achterwege. De patrouille liep in een hinderlaag, gelegd door 15 Indonesische commando’s, die zich hadden ingegraven en dienstplichtig marinier Peter Mannie uit Tilburg, die in de voorste gelederen liep, kwam hierbij direct om het leven. Een andere marinier raakte via een blindicide gewond aan zijn kin.

De pelotons commandant, eerste luitenant der mariniers J.A. Woortman raakte gewond aan zijn linkerarm en werd  gewond aan boord van Hr.Ms. Overijssel gebracht en keerde even later weer terug naar zijn eenheid. Helaas mochten wij de gesneuvelde Peter Mannie, die in een rubberboot langszij kwam, niet meenemen en via mijn vriend Gerard Vliegen, telegrafist op de Luymes, heb ik onlangs vernomen, dat de Luymes hem naar Sorong heeft gebracht, alwaar hij ook werd begraven.

Gerard Vliegen heeft gedurende de begrafenis de Ere-wacht gelopen.

Opmerking: Via een andere marinier, Kees Bunschoten (vakantie 2008) kreeg ik te horen dat kampong Wey vanwege overstromingen niet meer bestaat en is vervangen door kampong Aduwij. Hij heeft de exacte locatie in de jungle opgezocht waar Peter Mannie indertijd is gesneuveld. Nu nog waren er sporen zichtbaar van inslagen in bomen etc. .  Ook waren er  Papoea’s die zich nog veel herinnerden. Zie onderstaande foto, waarbij een Papoea zich nog precies herinnert, dat luitenant Woortman in zijn linker arm werd geschoten.

 

(linkerarm)

Hij vertelde dat er een speedboot met 2 motoren werd opgepakt en dat in een hokje bij het kerkje een stuk gasfles als bel fungeerde. Er hing een schroef van de desbetreffende speedboot bij.

Pas in 1999 werd duidelijk, dat de Nederlandse militairen op N. Guinea indertijd aan een catastrofe zijn ontsnapt.

De Sovjet-Unie lag namelijk begin augustus 1962 voor de kust van Nederlands Nieuw-Guinea klaar met zes

onderzeeërs om samen met de Indonesische strijdkrachten een einde te maken aan het Nederlandse bestuur. Elke onderzeeër had 70 Russen aan boord. Dat is bevestigd door Aleksej Droegov, die sinds juni 1962 tolk was voor het Sovjet-leger in Jakarta. Droegov vertelde , dat er ook een twintigtal Toepolev bommenwerpers klaarstond voor de geplande invasie. Die werd echter op het allerlaatste moment afgeblazen, toen Den Haag op 15.8.1962 alsnog onder druk van de Amerikanen, de dag ervoor gesloten akkoord met Indonesië goedkeurde.

De Russen stuurden ook 2 a 3000 militairen naar Jakarta en bij aankomst moesten deze zich omkleden in Indonesische uniformen en kregen zij Indonesische identiteits papieren.

Het Sovjet-leger en het Indonesische leger hadden volgens Droegov al eerder in de buurt van Vladivostok samen geoefend. De bevelen van de op handen zijnde invasie kwamen echter rechtstreeks uit Moskou.

Oud-onderzeeboot officier Genadi Melkov vertelde, dat de Sovjet onderzeeërs op 15 augustus 1962 Manokwari tot op 10 mijl waren genaderd, toen de aanval werd afgeblazen.

Het oorspronkelijke bevel van de Sovjetadmiraal luidde: “Vernietig alle schepen”.

Een Nederlands fregat bewaakte de ingang van de baai bij Manokwari. Dit fregat moest met een torpedo worden uitgeschakeld. Zover kwam het echter niet, omdat de Amerikanen wisten hoezeer het de Sovjets menens was. Niemand twijfelde eraan, dat de Amerikanen op de hoogte waren van onze aanwezigheid, aldus Melkov.

Of de Nederlandse regering De Quay en minister van Buitenlandse Zaken Luns op de hoogte waren van de Sovjet steun aan Indonesië is tot op heden niet duidelijk.

Twee maanden later hield Amerika de poot wel stijf inzake de Cuba crisis.

Amerika had het toen veel te druk met Vietnam en was heel beducht voor een communistische invloedsfeer in Indonesië. Nederland was hier eigenlijk geen onderhandelingspartner en werd intern en extern dusdanig onder druk gezet, dat aan een overdracht niet viel te ontkomen. Politiek Nederland werd hier volledig schaakmat gezet en er volgde na de overdracht een volledige radio stilte, zoals wij dat in telegrafistentaal noemen. In de media en op TV werd dit item angstvallig verzwegen en werd helaas bewaarheid, wat ik in 1962 in mijn dagboek schreef.: ” De eerste 10 jaar zullen wij weinig of niets over Nieuw Guinea vernemen.” Het eerste boek, dat ik ken, is geschreven in 1972 en gaat over minister Jozef Luns. Het tweede in 1982 en andere boeken volgen in de jaren 90.

Toch voelde dit als verraad aan de Papoea’s. Soekarno wilde wel het land, niet de bevolking en na de overdracht begint wel de ellende voor de Papoea’s.

De wereld zweeg, Nederland ook.

Het is ook verbazingwekkend hoe weinig er over Nieuw Guinea na de overdracht naar buiten is gekomen. Alhoewel er van de verschillende dagbladen genoeg verslaggevers waren, werd er hier en daar wat over de schermutselingen geschreven, maar over het algemeen had men geen flauw idee, wat er gebeurde. Nieuw Guinea was toen nog (1962) in de greep van de koloniale sfeer en de toenmalige Nederlandse gouverneur, Plateel was een zeer autoritair man, die er een strakke regie op na hield.

Menige verslaggever werd op het matje geroepen, voeg daarbij de zeer gebrekkige communicatie mogelijkheden en de run op oorlog nieuws en dat zou dan de verklaring kunnen zijn, dat de echt belangrijke informatie over Nieuw Guinea niet bij het Nederlandse publiek is overgekomen.

Na de overdracht gebeurde er helemaal niets meer en geen van de verslaggevers liet zich horen.

Wat zijn de feiten: Na de overdracht op 1 Oktober 1962 aan de UNTEA, de V.N. vredesmacht voor een minimum periode van 7 maanden, trok de UNTEA zich op 1 Mei 1963 terug.  V.N. functionarissen zouden erop toezien, dat het New York akkoord zou worden nageleefd en ook de belangen van de Papoea’s zouden worden behartigd, dat wil zeggen, adviseren, hulp bieden en

voorbereiden voor het referendum, het zelfbeschikkingsrecht, dat in 1969 zou plaatsvinden.

Het akkoord werd echter niet naar de letter uitgevoerd en pas in het laatste jaar, in 1968, een jaar voor het referendum in 1969, lieten zich enige V.N. functionarissen zien. Op generlei wijze werd de Papoea bevolking bij de onderhandelingen betrokken en vanaf het begin werden de Papoea’s door het aanwezige Indonesische leger geïntimideerd.

Alleen al in de aanloop periode naar 1969 kwamen 30000 Papoea’s om.

Waar waren nu die V.N. waarnemers? Wanneer zij dan opduiken in 1969, krijgt men geen kans vrijuit te praten met de Papoea bevolking en wordt men voortdurend gevolgd door Indonesische militairen.

Het referendum werd een farce en het akkoord werd geweld aangedaan. Door de afwezigheid van de V.N. waarnemers kon Indonesië ongestoord zijn gang gaan. In de eindfase waren er slechts 16 V.N. waarnemers en dit inclusief administratief personeel. Wanneer men terugblikt, is het niet te geloven, dat de V.N. akkoord ging met dit lage aantal waarnemers. Ter vergelijking: De V.N. missie om het Oost Timor referendum in 1999 te organiseren omvatte meer dan duizend waarnemers, inclusief honderden politie agenten en honderden electorale functionarissen. Het V.N. team van Ortiz Sanch, dat verantwoordelijk was in Nieuw Guinea, werkte in een gebied, dat vele malen groter was dan Oost Timor. Dit geeft het grote verschil aan, hoe ondemocratisch het proces in Nieuw Guinea is verlopen.

V.N. waarnemers hebben toegegeven dat 95% van de Papoea’s de onafhankelijkheids beweging steunden en dat de V.N. Nieuw Guinea aan Indonesië heeft verkwanseld. Wat wij inmiddels ook weten is, dat de V.N. hun plichten inzake het New York akkoord niet zijn nagekomen, hoewel alles keurig was vastgelegd. Voor een lichaam als de V.N. die juist principiële beginselen hoog in het vaandel heeft staan, is dit een zeer kwalijke zaak. Blijft de vraag hoe en waarom de V.N. het referendum, de “Act of Free Choice heeft kunnen sanctioneren en waarom het niet de intentie heeft gehad het referendum democratisch te laten verlopen?

Eigenlijk wordt Nieuw Guinea door Indonesië gekoloniseerd, onderdrukt en leeggeroofd, terwijl wij toch in een tijdperk leven, dat kolonisatie uit den boze is en moet worden tegengegaan.  Bovendien maakt Indonesië  zich schuldig aan ernstige schendingen van de mensenrechten.

Tot dusverre stelt de V.N. zich zeer terughoudend op en heeft men vooral oog voor andere belangen.

In het geval van Nieuw Guinea heeft Amerika de V.N. als instrument gebruikt om hun eigen buitenlandse politieke doelen te bereiken en heeft men zich niet laten leiden door de fundamentele, principiële doeleinden, waar de V.N.  eigenlijk voor staat.

De Papoea’s zijn namelijk de rechtmatige eigenaren van hun land en het is een kwalijke zaak, dat hun zoveel onrecht is aangedaan gedurende de laatste 40 jaar.

Om dit te staven volgen er meerdere rapporten via verschillende bronnen en kranten en worden bepaalde gebeurtenissen op de voet gevolgd.

Het lot van de Papoea’s kan als volgt worden samengevat:

Politieke moorden, Papoea’s worden doodgeschoten of vergiftigd, gevangen genomen en gemarteld.

Uitbuiting, onderdrukking, verkrachting, intimidatie. Zij zijn tweederangs burgers in hun eigen land, zonder hoop op een eigen toekomst.

Duizenden Papoea’s zijn de grens overgestoken naar buurland Papua New Guinea,voorheen Australisch Nieuw Guinea. De leefomstandigheden in de verafgelegen vluchteningen kampen zijn om te huilen.

“Ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet” zei onze minister president De Quay, bijna 40 jaar geleden aan het adres van de Papoea’s.

Het volk van de Papoea’s dreigt nu ten onder te gaan, het is een kwestie van tijd.

In 1969 stemden slechts 1025 Papaoe’s op een toenmalige bevolking van 800.000 in de zogenaamde Act of Free Choice. Door omkoping, intimidatie,onder bedreiging, dat hun tong werd uitgesneden, werd deze stemming door Suharto geregisseerd. De stemming speelde zich af in een zeer bedreigende sfeer; de kiesgerechtigden waren bijeengebracht in een militaire barak en het gevolgde kiessysteem was niet in overeenstemming met het gemaakte akkoord. Van een vrije keuze door de Papoea’s is geen

sprake geweest, zoals ook later door de V.N. waarnemers is toegegeven. Een van de kiesmannen, die tegen durfde te stemmen, werd vermoord teruggevonden.

Het is een regelrechte schande dat deze stemming door de V.N.  werd gesanctioneerd en het schijnt niemand te deren, dat gedurende die 40 jaar , volgens de mensenrechtenorganisaties ca. 100.000 en volgens kerkelijke organisaties zelfs 400.000 Papoea’s  hun leven verloren, onder het brute geweld van de Indonesische milities, operaties van de Brimob soldaten  en de Kopassus.

Papoea’s worden opgepakt, gemarteld en vermoord. Mensen van de mensenrechten organisaties worden geweerd en men kan ongehinderd zijn gang gaan.

De mensenrechten organisatie Elsham maakte een aantal schokkende feiten wereldkundig. Er werden dorpen in brand gestoken, als gevolg daarvan ontvluchtten naar schatting 5 duizend burgers in het district Wasior hun dorpen. De voedseltuinen kunnen niet meer worden onderhouden, er kan niet meer worden gejaagd en scholen zijn gesloten.

De Kopassus is vastbesloten Papoea stamhoofden, die de onafhankelijks beweging steunen, te elimineren en zelfs activisten van de mensenrechten organisaties worden vervolgd. Zij vermoordden Arnold Ap, Thom Waiggani, Willem Onde, Hans Bomay, Simon Alom en zij bedreigen nu John Rumbiak van Elsham. De moord op Theys Eluay is nog steeds niet opgelost en alhoewel er nu 12 Kopassus leden in de gevangenis zitten en wachten op hun berechting, ziet men steeds weer kans deze berechting te vertragen en men verzint van alles om de aandacht van de wereld hiervan af te leiden.

Alhoewel de Papoea’s proberen gevolg te geven om op een vredelievende manier te vechten voor hun onafhankelijkheids streven, weten de Indonesiërs hun toch weer te provoceren en is het eigenlijk een wonder, dat dit niet leidt tot meer openlijk geweld. Gegeven het feit, dat er honderdduizenden Papoea’s zijn omgekomen is dit ook weer niet zo verwonderlijk, afgezet tegen het feit , dat zij zich te weer moeten stellen met pijl en boog.

Hapin  en de actiegroep Pro Papua  schaart zich achter de oproep van Elsham om de Indonesische autoriteiten op te roepen een einde te maken aan deze operatie van de Kopassus en Brimob soldaten.

De verantwoordelijken moeten ter verantwoording kunnen worden geroepen en zo kan herhaling worden voorkomen.

Hoezo de toekomst met vertrouwen tegemoet zien!

Indonesië heeft sindsdien als rechtsstaat alle aanzien verloren en de gedoogpolitiek, die in kringen van de Nederlandse Buitenlandse Zaken werd ontwikkeld, mag op zijn zachtst uitgedrukt als zeer twijfelachtig worden beschreven.

Op 10 november 2001 werd separatisten leider Theys Eluay door soldaten van de Kopassus eenheid vermoord en sindsdien zijn vele actiegroepen in het geweer gekomen met als gevolg dat de Indonesische president Megawati Sukarnoputri nu een 5e commissie heeft aangesteld om deze moord te onderzoeken en op te helderen. Hij was nota bene uitgenodigd op een feestelijke bijeenkomst van de Kopassus-eenheid in Jayapura. Op de terugweg werd hij vermoord gevonden in zijn auto. De chauffeur,Aristoteles Masoka, kon dit voorval nog melden via zijn telefoon en is sindsdien nog spoorloos. Hij werd gesignaleerd bij de Kopassus kazerne en waarschijnlijk ook door Lt.Kol.Hartomo vermoord om op die manier een kroongetuige op te ruimen.

Na 40 jaar intimidatie,moorden, hebben de Papoea’s recht op een nieuw, eerlijk referendum, voordat zij helemaal worden weggevaagd.

Hele bootladingen met Moslim immigranten, inclusief veel leden van de militante Laskar Jihad komen West Papua binnen. Dit valt samen met rapporten, dat 150 geharde Indon. speciale troepen van Sumatra naar Papua worden overgeplaatst.

De Laskar Jihad(Holy War Fighters) was de afgelopen 2 jaar betrokken bij de bloedige aanvallen op

Christenen in Maluku en de centrale Sulawesi provincies.

Groeiende aantallen van Laskar Jihad bedreigen gemeenschappen met grotendeels Christelijke inheemse bevolking.

Dit alles wordt georganiseerd en geregisseerd door het Indon. Militaire gezag, zei Dr. Polgrain, lector van de universiteit van Queensland. “Het zijn bijna allemaal jonge mensen, geen transmigratie-families. Ik ben geïnformeerd, dat er in elke groep leden van de Jihad zitten”.

Dr. Polgrain schat, dat tussen de 4000/7000 Moslims immigranten, waaronder veel Laskar Jihad aanhangers, wekelijks in West Papua arriveren.

“Laskar Jihad wordt getraind met wapens en dat is heel ernstig.” Dr. Polgrain bezocht de provincie afgelopen maand en heeft regelmatig contact met de mensenrechten organisatie en kerkelijke groeperingen ter plaatse.

Een pro-onafhankelijkheid pastor, Martin Luther Wanma, zond een brief vanuit Sorong naar Australië, waarin hij schreef, dat hij vreesde voor zijn leven. Een senior politie- functionaris vertelde hem, dat er een actie tegen hem was gepland!

Obet Rawar van de mensenrechtengroep Elsham, met als basis Jayapura, vertelde, dat er nieuw bewijs was verzameld, dat er speciale troepen worden ingezet om de pro-Jakarta milities in stand te houden.

Ook worden Indon. Moslim militanten getraind.

Het leger steunt dus betreffende activiteiten om bewust meer “anti independence forces” te mobiliseren en de “pro independence beweging” te ontmoedigen.

Het 261 duizend sterke leger heeft in de schijnwerper gestaan wegens ernstige schendingen van de mensenrechten in de strijd tegen het separatisme in Aceh, Papua alsook op Oost Timor in 1999.

Door het zenden van meer troepen en de intocht van de Jihad moet voor de Papua’s het ergste worden gevreesd en wordt Papua wellicht het volgende “Maluku” of “Oost Timor”.

De Jihad-aanhangers zitten al overal in de Vogelkop, Sorong, Fak Fak en zelfs Manokwari en provoceren iedereen, die geen Moslim is.

Naar mijn persoonlijke mening moet er in de media meer aandacht aan dit probleem worden besteed en zijn er in Nederland nog te weinig mensen, die zich het lot van Papoea’s aantrekken.

De politiek moet worden wakker geschud en worden overtuigd dat juist de politiek een kwalijke rol heeft gespeeld in het onrecht, dat het Papoea volk is aangedaan. In dit verband kan een parallel worden getrokken met Oost-

Timor, waar na hevige onlusten en veel strijd de onafhankelijkheid is afgedwongen en de rust is teruggekeerd.

Het is nog niet te laat nu iets te ondernemen, daar nu 40 jaar later, bepaalde zaken beter bespreekbaar zijn geworden. Maar Nederland moet hier het voortouw nemen om nu nog iets goed te maken  en de  Papoea’s enige genoegdoening te geven.

40 jaar alleen maar ellende en onderdrukking en politiek alleen maar de andere kant opkijken, na 300 jaar bewind, zou nu de drijfveer moeten zijn eens actie te ondernemen.

Toon de wereld, waarin een klein land groot kan zijn, ook richting Papoea!!!

A)   “International Law” verschaft de bevolking van West Papua het recht een onafhankelijke staat te vormen

1)     Papoea’s zijn een volk van “International Law ”

2)     Onafhankelijkheid moet als optie beschikbaar zijn om het recht tot zelfbeschikking uit te voeren

B)    West Papua blijft een “non-self-governing” gebied met recht tot onafhankelijkheid, omdat de in 1969 “Act of Free Choice” geen recht werd gedaan aan de vrije wil van de Papoea’s en daardoor behouden de Papoea’s dit recht.

C)    Ondanks de legalisatie van de integratie bij Indonesië in 1969, blijven de Papoea’s een volk met het recht op zelfbeschikking en onafhankelijkheid.

1)     Indonesische behandeling van West Papoea behoort tot vreemde onderwerping, overheersing en

exploitatie en is verboden door de General Assembly resolutie van 1514.

2)     De Indonesische claim van territoriale integriteit is ongeldig tegenover een Papoea claim voor onafhankelijkheid.

3)     Algemene veiligheid vereist een eind aan kolonisatie in al zijn vormen.

Conclusie: West Papoea wordt nu overgeleverd aan het regiem Indonesië. Sinds de overdracht 1963 is er een onafhankelijkheidsbeweging in West

Papoea, geleid door OPM, Free Papua Movement.

Sinds 2000 worden onafhankelijkheids activiteiten en onderdrukking, vervolging door Indonesische strijdkrachten aanmerkelijk opgevoerd. In Mei 2000 herstelde de Papoea bevolking de onafhankelijkheidsverklaring van 1961. Op december 2000 was er een grote demonstratie om de 39ste verjaardag van de onafhankelijkheid te vieren, maar er werd met militair geweld fors ingegrepen en het gouvernement deed de vlag “Morning Star “in de ban.

Wanneer een volk onafhankelijkheid wil is er ook altijd een ander volk, dat die wil bestrijdt.

Artikel 73 van de V.N Charter instrueert, dat de belangen van de inwoners van deze “non-self-governing”gebieden, voorrang moeten krijgen. (13)

De West Papoea bevolking is overwegend Melanesisch en Christelijk, terwijl de meerderheid van Indonesië Aziatisch en Moslims zijn.

De Papoea’s spreken andere talen dan de rest van Indonesië en eten voedsel van het regenwoud, tegenover de op rijst gebaseerde diëten van Indonesiërs.

West Papoea heeft duidelijk afgebakende grenzen en grenst aan Papua New Guinea, dat onafhankelijk is. West Papua behoort tot een ander continent dan de rest van Indonesië en ligt meer dan 1500  mijl van Java.

Dit versterkt de claim voor onafhankelijkheid onder het internationaal recht, omdat vergeleken met veel andere inheemse groeperingen, waarbij een duidelijke afbakening ontbrak, er toch een afscheiding plaats vond van hun kolonisator.

De bevolking staat dichter bij de oorspronkelijke bewoners van Australië, Aboriginals, dan de Indonesiërs.

Door de ultieme pogingen van het Indonesisch regiem West Papoea alsnog in te lijven vindt er een enorme transmigratie plaats en verliest West Papoea zijn eigen unieke identiteit.

Transmigration would give “birth to a new generation of people without curly hair, sowing the seeds for greater beauty”, zei Izaac Hindom, de gouverneur van Irian Jaya.

De afzonderlijke identiteit van de Papoea’s is de sleutel tot hun claim van zelfbeschikking en de “International Law” moet hun toestaan zich hierover zelf uit te spreken, voordat Indonesië het Papoea volk verder kan verzwakken en zij hun eigen bestemming niet meer kunnen bepalen.

De tactiek van Indonesië is een versluierde manier van etnische zuivering, killing, onderdrukking en aan de andere kant massale transmigratie. Het land wordt bezet en economische “ontwikkelingsprogramma’s” zorgen ervoor, dat het land wordt leeggeroofd, ontbost, land wordt Papoea’s ontnomen en gegeven aan “settlers” of multi-nationale mijn-companies.

In de laatste 4 jaar zijn er rapporten verschenen van 136 extra kritische moorden en 838 gevallen van arrestaties en martelingen. Honderd duizenden hebben het leven verloren en dit verschaft de Papoea’s een nieuw recht op zelfbeschikking.

De rijke bronnen van West Papua zijn een hot item voor Indonesië en de economische belangen zijn dermate groot dat zelfs de V.N. niet ingrijpt en alles op zijn beloop laat.

‘s-Werelds grootste goudafzetting en ‘s-werelds op 3 na grootste koper voorraad. Mount Ertsberg was de eerste grote mijn operatie, een 11.000 foot berg van bijna”solid copper ore”.

De enigste remedie tegenover de Indon. dominantie, exploitatie, onderdrukking is de West Papoea bevolking in staat te stellen hun recht tot zelfbeschikking uit te oefenen.

West Papoea is geen legitiem deel van Indonesië, maar een kolonie. Enige legitieme claim, dat Indonesië zou hebben over West Papoea  wordt bepaald door Indonesisch onvermogen om de belangen van gelijke rechten en zelfbeschikking van de Papoea’s te respecteren.

West Papoea is een afzonderlijk volk en wordt duidelijk onderdrukt, is geen baas in eigen land en dit is duidelijk in strijd met de basis principes van “International Law” (43)

Gedurende 2 afzonderlijke trips naar Indonesië vorig jaar, concludeerde de ICC (International Christian Concern), gevestigd te Washington DC human right organisatie, dat de Indonesische militaire troepen naast de Muslim Jihad strijdkrachten hebben deelgenomen aan gewelddadigheden tegen

Christelijke gemeenschappen en dat militaire wapens en munitie hun weg hebben gevonden naar terroristische Moslims. Het ICC heeft betrouwbare rapporten ontvangen, dat grote aantallen leden van de Laskar Jihad naar West Papoea trekken en dat ca. 3000 Jihad leden klaar staan om burgers aan te vallen. Dit is zeer ernstig, in aanmerking genomen, dat de Jihad schuldig is bevonden aan het conflict tussen Moslims- en Christelijke gemeenschappen op het eiland Maluku. Bovenal, de Laskar Jihad zou niet kunnen opereren zonder de kennis en goedkeuring van het Indonesische gouvernement en het militaire gezag.

De gebeurtenissen op Oost-Timor, Aceh, Maluku en West Papua bewijzen, dat de Jihad overal tot in de hoogste kringen van het gouvernement en het leger is geïntegreerd.

Het wordt steeds duidelijker, dat Indonesië een voedingsbron voor terrorisme is en dat aan deze grote dreiging veel te weinig aandacht wordt besteed.

Het is ook onbegrijpelijk, dat de U.S. zich niet bewust zijn van deze dreiging (Jihad) en zelfs militaire hulp verschaft zonder er direct bij betrokken te zijn.

Het woord “genocide”  hoort men nauwelijks in dit verband. In het licht van de gebeurtenissen in Oost-Timor, Aceh en de Maluku-eilanden, West Papua, is het woord genocide hier niet overdreven.

West Papua staat onder grote druk en de bevolking van Papua staat voor een grote tragedie. Het zou inderdaad genocide kunnen zijn.

Door overweldigende militaire aanwezigheid en het brutale geweld van de Indonesische strijdkrachten, kan ik mij indenken, dat de Papoea’s  van het pad afwijken om te pogen via vredelievende middelen hun onafhankelijkheid na te streven. Het grote aantal slachtoffers, killings,martelingen, duidt op excessen met de intentie de Papoea gemeenschappen te ondermijnen en te vernietigen. Het woord “genocide”is dus toch op zijn plaats.

Gelet op de uitspraken door leidinggevenden, incl. de president, belooft dit weinig goeds voor het voortbestaan van de Papoea’s.

Op 29 dec.2001 zei de Indon.president Megawati Sukarnoputri tegen militaire cadetten: ” you can do your duty without being worried about human rights” en hiermee geeft zij het groene licht om de repressieve leger machinerie de

vrije teugel te geven.

Ik begrijp, dat door de grote economische belangen, wapenleveranties, exploitatie van de natuurlijk bronnen etc. de V.S. niet staan te springen om te interveniëren. Maar naar mijn bescheiden mening,kan het niet zo zijn, dat de wereld afwacht en de ogen sluit en een heel volk , de Papoea’s ,wordt “ontrecht” hun eigen leven te leiden in nota bene hun eigen land, alleen om het commerciële gewin.

Ik meen oprecht, dat de wereld zich dient te schamen en ik ben dan ook van plan dit verslag te complementeren en als het klaar is, de hele wereld over te sturen.

De groeiende geweldsspiraal van het militaire regiem in Aceh, West Papua en andere gebieden en het niet in acht nemen van de democratische rechten en human life is een scherpe waarschuwing, dat er geen fundamentele verandering heeft plaatsgevonden sinds de val van de Suharto junta.

Maar om serieus een halt toe te roepen aan de cyclus van geweld en haat in Papua, moeten er gerechtelijke onderzoeken plaatsvinden tegen de misdaden, begaan tegen de Papoea’s, die zich slachtoffer voelen van de militaire operaties sinds de integratie met Indonesië. Overal in Papua is het Indonesisch leger betrokken bij schendingen van de mensenrechten. Human rights abuses are as “bad now as they have ever been” zegt Jusuf Wanandi, een invloedrijke Indonesisch intellectueel, die dicht bij Deputy Defense Secretary Paul.D.Wolfowitz, staat en hij waarschuwt, dat de Bush administratie zich niet moet storten in de militaire hulp om zo het militaire regiem “hun geloofwaardigheid” terug te geven. De vooruitzichten voor een burger controle in de nabije toekomst zijn “zero”‘, zei een Westerse militaire attaché.

Indonesische officieren zijn zakenmensen – “big business-men”. Speciale legereenheden, de Kopassus b.v. bezit een super markt, dicht bij het hoofdkwartier en de Kostrad bezit de Mandala vliegmaatschappij met een laag veiligheidsgehalte. Slechts 35% van het militaire budget komt van het gouvernement en de rest komt van de handelsopbrengsten. Lokale commandanten gebruiken het geld om voedsel en uitrusting voor hun troepen en zowel om zich zelf te verrijken. Een generaal, wiens basissalaris zes millioen rupiah bedraagt, ruw geschat $ 700,- kan dit bedrag gemakkelijk ver vijftien voudigen door zakelijke operaties. Dit zijn toch gevaarlijke ontwikkelingen en de samenhang van allerlei kwalijke praktijken is moeilijk

te traceren omdat het leger alles zelf regisseert en te veel macht heeft om zich te laten controleren en alles dus een eigen leven gaat leiden.

Het Indonesische volk heeft ook al geen vertrouwen meer in het Indonesische rechtsstelsel. Indonesische rechtzalen lijken meer op veilinghuizen, waarbij de hoogste bieder de zaak wint, ongeacht het recht hem toekomt. Corruptie binnen het legale systeem is systematisch geworden en goed georganiseerd. De meeste rechters zijn producten van het repressieve regiem onder president Suharto.

Een mensenrechten activist in Papua zegt, dat de 12 Kopassus militairen, verdacht van de moord op de onafhankelijkheidsleider Theys Eluay, moet worden behandeld voor een burger gerecht i.p.v. een militair tribunaal.Todung Mulya Lubis zegt, dat geen enkele zaak voor het militaire tribunaal naar het civiele court zal worden gebracht, omdat het niet in lijn is met de principes van het vervolg proces.

Religieuze en lokale Papoea-leiders hebben ook geëist, dat de betreffende zaak, de moord op Theys, voor een mensenrechten court moet worden gebracht, omdat zij geloven, dat een politiek motief de reden is voor de moord op Theys Eluay.

In dit verband wil ik opmerken, dat ik begin Augustus via e-mail een brief ontving van Constantinopel P. Ruhukail te Port Moresby. Hij is lid van AWPA (Australian West Papua Association) en is geboren in Biak. Met hem heb ik regelmatig e-mail contact en hij schreef een aangrijpende brief aan Lt. Kol. Hartomo, een Kopassus officier en verdacht van betreffende moord.

De aanhef van de brief begint met: Letter from the Graveyard of Papuan Independence Fighter, Sentani. De brief is voorzien van 2 foto’s van Theys Eluay en betreffende brief is heel aangrijpend en heb ik hier onderstaand afgedrukt:

!cid_001c01c240f3$7eaea300$0100007f@LocalHostLetter from the Graveyard of Papuan Independence Fighter, Sentani

Written with a high appreciation on behalf of the late THEYS HIYO ELUAY to Lieut. Colonel  HARTOMO.

By  Constantinopel P. Ruhukail.

,  1 August 2002.

My dear friend  Colonel Hartomo,

Thank you so much for your testimony or confessions that had apparently been published in the ‘Suara Pembaharuan’, a Jakarta based daily newspaper.

I had all along anticipated that you would most certainly lie…..you would be deceitful….buying the truth beneath the might of your position to save your face from the cursed deeds that you have commited upon me on that fateful  Saturday night of November 10th last year.

Although you have stated that you have not given any orders at all to your subordinate to abduct me, nevertheless, honest people with clear conscience and integrity who respect the rights of fellow human beings will never believe in a single word of your testimony.

My dear friend Hartomo, ….how could it be possible that you did not give the order ….or …. you did not know a slightest thing about the evil plan? Was it not you, my friend, who invited me?

You even had delivered the invitation to my house in Sentani.

I still can remember the time when you entered the chieftaincy yard, in a very respectful manner you handed an invitation note and verbally requested for my attendance at your dignified fortress, Tribuana HQ in Hamadi for a dinner to commemorate your nation’s heroic day on the 10th November 2001.

Despite of what my feeling have indicated as to what might happen that night, I have braved myself to fulfill your invitation because I have regarded it as a honour coming from you to me, leader of the people of West Papua.

And I have shown this in a manner that I have welcomed you at the chieftaincy residence, my dwelling place. Smiling at each other and exchanging words as we shook hands, my two eyeballs could not help but capture the evil-intention radiating from your face …. the face of a cold blooded murderer who deserved to be killed in order that justice and basic principles of human rights can be upheld on the beloved land of Papua.

My dear friend Hartomo,

Could you  please take a very close look at my slain body below? This is one of pictures taken by my fellow countrymen when my death body found at the border between Papua and Papua New Guinea. Don’t be shamed and affraid. It’s me my friend, the man you have slain that night

Please tell me and my people ………..

Is it a body of a man who had died from a heart attack? Has there ever been a person who died from heart attack, having his/her tongue enlongated out of the mouth? Was there a heart attack victim with a swollen and blackened face? Can you, my firend, see the condition of my laid out and lifeless body? Isn’t this the body of a planned murder victim?

My friend Colonel Hartomo.

I am amazed and cannot understand why you still insist on decieving the world and my fellow West Papuans about the human rights abuses that your people and government inflict on the people of West Papua 39 years ago? In fact, if the methods of killings that had occured in the past more or less 39 years in West Papua is part of the political norms of your government, then there is nobody among those who respect the principles of human rights in the world would want to believe in your confession whether in the newspaper ‘Suara Pembaharuan’ or in your court martial later.

You said that my death was caused by a heart attack that had eventuated from my being shocked as a result of being pondered by questions directed to me by your subordinates.

Why are you, my friend, stirring around the truth?

Wasn’t it by your prder that your subordinates blocked my vehicle at Entrop, and without questions suffocated me and after succeeding, taking away my life, my body was dumped near the border between West Papua and Papua New Guinea?

Is this an attempt to remove any traces from the evil deed that you have planned yourself according to the order from your superiors?

Is this what you mean by ‘interrogation’?

My dear friend Hartomo.

You are very clever and of course a very well trained person in such evil deeds. From the grave where I lay now, I want to convey my Congratulations to you for successfully ending my life.

There is really no need for you to hide the truth of your involvement and about your pair of hands that are smeared with the blood of innocent people of West Papua.

Why do you keep lying? And for what reason?

You have known that I have been elected by my people as the Chairman of the Papua Presidium Council  (Presidium Dewan Papua). I have been mandated through the Second Papua National Congress by my people, the Papuans, to carry out the task of reclaiming our rights and integrity as a nation through a peaceful-dialogue with your government in Jakarta to find just, honest and transparent solution without conflict.

My people have chosen a ‘peaceful-dialogue’ as our way for we still have respect for your people and nation with cultured traditions, a nation that has high standing in dealing with human rights and judicial matters.

Despite of your government’s approach towards my people’s demand for independence has always been very oppressive, nevertheless we, the Papuans have taken the challenge peacefully. That is because the path we have unanimously decided to take in order to reclaim our rights and national integrity as a people and  nation without bloodshed.

My dear friend Hartomo,

You personally know that I, as the leader of the Papuans’ struggle for freedom, have always maintained  ‘the peaceful-dialogue’ as the democratic medium towards solving the political status of Papua. Why are you not able to accept and respect the good intent of my people?

If you though that my actions and the struggle of my people is in contrast with the will of your government philosophy and then why didn’t you call or even ask me to come gently in to your Tribuana HQ to be interogated?

Although I have cruelly been force to loose my life as leader of the people of  West Papua, I strongly believe that you and your government will never be able to force my people to become faithful sons and daughters of your beloved motherland

Even though my body has become a corpse …… although my body has changed to dust …. I swear that upon my dust and my decaying bones ……. upon the dust and decaying bones of my fellow Papuans that have been slain within the last 39 years on the land of Papua will become a strong foundation shall be established to uphold   the integrity and the sovereignty nation of the people of West Papua that free and independent which you can never be able to break with your oppressive rules.

My dear Hartomo,

I hope you may live happily in your deceitful ways. I am no longer alive …… only my name remains and is being continually spoken of because of the mystery surrounding the event of my death which have not been determine despite of the mounting evidence on the case of my demise.

Indeed my death remains and still a mistery …. full of deception and lies. For no one among your fellowman  who would be honest enough to tell the truth to my people, the Papuans, as to why my life has been taken away so easily. Even yourself are covered in fear of honestly mentioning your involvement during the night in question.

That’s all right my friend ……. life is only a drama. It always has the begining and the end. I’ve been cruelly force in to the final chapter of my life’s drama. You may have some more roles to play before reaching the final one which will take and bring you to the place I presently dwell.

So ….. my friend …….. You should play your role properly.

I will always wait and shall gladly welcome you when you have entered the final chapter of your life’s drama and come home to join me in the place where now I am.

Here ……. my friend , there is a judiciary that can never uphold any deception

and disorientation of facts. There is only TRUTH and that TRUTH shall judge you and me …… your country and my people, Papuans.

The TRUTH is Almighty God who had created you as HARTOMO and me as THEYS ….. and has installed the difference between your nation and my nation …… between your people and my people, Papuans.

My friend, with regards and accorded respect upon your success in eliminating my life,  I pause for a moment …….. Good luck, my friend !

From the man  that you have prosecuted,

Theys

TheysTheysTheys!cid_001c01c240f3$7eaea300$0100007f@LocalHost

THEYS  HIYO  ELUAY

who are rested in the

Graveyard of the Papuan Indepence Fighters,

Sentani – Papua.

Theys

westppua_flag

Periode 1962 tot en met 2002

Gedurende de laatste 4 jaar verschenen  er rapporten over 126 extra kritische moorden en 838 gevallen van arrestaties en martelingen. Honderdduizenden verloren hun leven en dit verschaft de Papoea’s een nieuw recht op zelfbeschikking.De rijke bodemschatten van West Papoea aan goud,uranium,koper,nikkel ,gas en hout en andere bodemschatten zijn een blikvanger voor Indonesië en het economische belang is dermate groot, dat zelfs de V.N. niet tussenbeide komen. Deze bronnen worden begeerd door een aantal buitenlandse mijn companies,die onder bescherming van Indonesische veiligheidstroepen opereren.De grootste goudmijn en de op twee na grootste kopermijn, Mount Ertsberg was de eerste grote mijn operatie, een 11000 foot berg met bijna alleen kopererts. De Grasberg-mijn, gelegen in Pembagapura, produceerde in 2001, 2,6 miljoen ounces goud, de grootste individuele goud producent ter wereld. Er is een productie van 1400 milj. pounds koper en 3,8 milj. ounces zilver. De Freeport mijn, een dochtermaatschappij van de Freeport MacMoRan koper en goudmijn te New Orleans wordt geschetst als een strategisch nationale opbrengst en zwaar bewaakt door Indon. troepen.Freeport startte de mijnbouw in 1968 en wordt zwaar bekritiseerd omdat de mijnbouw een enorme impact heeft op de plaatselijke omgeving en de lokale gemeenschap. Duizenden van de inheemse Papoea bevolking, behorend tot de verarmde Amungme en Komoro stammen zijn sindsdien verwijderd uit het mijnbouwgebied.Freeport heeft 18000 mensen in dienst en betaalt jaarlijks US $180 milj.  Slechts US $ 30 milj.  gaat naar de provincie. Totale waarde: US $ 1,8 bilj. per jaar en Freeport is de grootste belastingbetaler.Een grote grief van de Papoea’s, dat maar 1% aan hun ten goede komt en zij niet delen in de enorme opbrengsten, die de rijke bronnen in hun eigen land opleveren.Freeport gaat hier niet vrijuit en heeft oogluikend toegestaan, dat het leger vele Papoea’s in de omgeving van de mijn folterde en vermoorde tussen Juni 1994 en Februari 1995 en het is bekend dat de zogenaamde veiligheidsdiensten hiervoor goed worden betaald.Sinds de overdracht van Ned. Nieuw Guinea naar Indonesië is er oppositie geweest en de door de V.N. gesponsorde “Act of Free Choice” in 1969 heeft het geheel geen goed gedaan.De exploitatie en de grove schendingen van de mensenrechten van de Indonesische troepen hebben de eisen van de Papoea’s verder aangescherpt.De moord op de vredelievende Papoea leider Theys Eluay heeft hun vrijheidsstreven nog meer aangemoedigd en reizigers in West Papua merken op,dat de roep om vrijheid en onafhankelijkheid luider wordt. De Papoea’s zijn gefocussed om een verenigd standpunt te handhaven om elke provocatie van de Indonesische strijdkrachten te vermijden. Om te overleven werken de Papoea’s onder enorme druk en zoeken een weg vooruit.Zij worden blootgesteld aan vervolging, intimidatie door subversieve Indonesische strijdkrachten, die worden losgelaten op de Papoea gemeenschappen met de bedoeling deze te ondermijnen en te vernietigen. Op geen enkele manier is er respect voor de Papoea bevolking en tengevolge van de militaire en burgerlijke structuren, zien de Papoea’s dit als een sinister plan voor een eventuele islamitisering of vernietiging van de Papoea’s.Sleutel figuren in Papoea, kerkelijke en mensenrechten medewerkers worden constant gevolgd door de militaire inlichtingen dienst.Zij ontvangen dreigbrieven en hun leven is in gevaar. De wereld dient hier nota van te nemen.Het is tijd het verkeerde in het verleden, recht te zetten.Ondertussen is het 9 augustus 2002 en is er nieuws van ABC radio Australië:Papoea separatisten waarschuwen voor bloedvergieten. Activisten doen een beroep op gedelegeerden  voor de volgende week te houden Pacific Islands Forum in Fiji om een onafhankelijke commissie naar West Papua te sturen.Rex Rumakiek van de onafhankelijkheids groep OPM zegt “Meer bloedvergieten kan worden voorkomen, als de Forum landen een sterker standpunt innemen  t.o.v. West Papoea onafhankelijkheid, omdat pro Indonesische religieuze fundamentalisten een geweldscampagne zouden kunnen beginnen, zoals voorgekomen in Oost Timor in hun campagne naar onafhankelijkheid. Een groep van 6 Papoea’s is in Suva in een poging Pacific leiders te ontmoeten, die volgens plan in Fiji arriveren voor aanstaande Donderdag.Wij hebben bewijs, dat de mensen betrokken bij de moorden op Oost Timor , zowel in de moorden in de Molukken, nu opereren in West Papua.De zogenaamde Jihad fundamentalisten zijn betrokken bij het leger om diegene, die voor onafhankelijkheid zijn, te elimineren. Wij willen het forum voorhouden Indonesië te verzoeken, deze activiteiten te stoppen, omdat er,mocht er een bloedbad komen in West Papua, deze erger zal zijn dan in Oost Timor.”, zegt Rex Rumakiek.De PIF (Pacific Islands Forum) opgericht in 1972, bestaat uit Australië, Nieuw Zeeland, Cook islands, Fiji Islands, onafhankelijke staat Samoa, Papua New Guinea, Kiribati, Tuvalu, Solomon islands, Republiek Marshall islands en Federated States of Micronesia.

De onlangs geïnstalleerde Indonesische Militaire Chef (TNT)Generaal Sutarto kwam in Juni met een ernstige waarschuwing aan het adres van onafhankelijkheids bewegingen, dat pogingen om het land af te scheiden van Indonesië, zouden worden bestreden met militaire operaties. Dit baart grote zorgen, daar dit inhoudt, dat het leger niet is geïnteresseerd in overleg en door kan gaan met geheime operaties om het land te destabiliseren en elke vordering naar vreedzaam overleg in de weg zal staan en de verschillende organisaties, inclusief mensenrechten, de Papua Presidium Council, als separatisten te beschouwen.

Het leger zoekt excuses om elke groep in Papua neer te slaan. Het is van belang dat dit item op de PIF vergadering op de agenda komt en ter sprake wordt gebracht.

Het Indonesisch leger heeft nog een lange weg te gaan, voor het onder vast burgerlijke controle is gebracht, zeggen buitenlandse gouvernementen en  mensenrechten groepen.

De Minister van Buitenlandse Zaken van Nieuw Zeeland, Phil Goff, zei vorige week: “De internationale gemeenschap zal geen vertrouwen hebben in de bevindingen van de tribunale verhoren, wanneer diegenen, die de daden begingen en diegenen, die verantwoordelijk waren voor de gegeven orders, niet naar behoren worden gestraft.

Druk vanuit de wereld gemeenschap dwong het Indonesische gouvernement een ad hoc speciaal tribunaal op te zetten om 18 senior officieren en gouvernement beambten te berechten, beschuldigd van de Oost Timor misère, een slachtveld, waarbij1000 mensen de dood vonden.

Op Donderdag  sprak het Hof een generaal en 5 andere kolonels en majoors vrij, omdat er geen bewijs tegen hen was. Een van de majoors werd beschuldigd zijn mannen toe te staan 27 burgers te doden, inclusief 3 Rooms Katholieke priesters, in een kerk in de stad Suai.

Alleen ondergeschikten werden verantwoordelijk gehouden, geen senior officials.

Ondertussen wordt het leger, berucht om de corruptie en brutaliteit, toegestaan hun eigen hervormingsagenda bij te houden. Weinig zaken illustreren dit beter dan de betrokkenheid van de Kopassus soldaten bij de moord op Theys Eluay  November 2001. Een paar maanden later probeerde een Kopassus soldaat een kroon getuige van deze moord  te elimineren en ook de chauffeur Aristoteles is onder de regie van Lt. kolonel Hartomo ter dood gebracht.

“Het leger is het sterkste instituut in het land en er is voor Indonesië nog geen licht in de tunnel, omdat senior generaals hun macht en invloed willen behouden”, zei Dade Oetomo, een professor aan de Airlangga Universiteit in Surabaya.

 

Via de Australische krant van 7 Augustus las ik een verslag over een Papoea-activist, genaamd Jacob Rumbiak, gepubliceerd door Jim Buckell.

Jacob Rumbiak is een vluchteling, die de warme omhelzing heeft gevoeld van de Australische gemeenschap. Dit lezende, ben ik van mening, dat wij in de nabije toekomst, meer over hem zullen vernemen en het verhaal geeft een goede indruk van bepaalde gebeurtenissen en denkbeelden en reden voor mij  zijn biografie in dit rapport weer te geven.

Mr, Rumbiak is de leider van de buitenlandse West Papua onafhankelijkheids beweging met als hoofddoel geen geweld toe te passen.

Hij werd vorige week geïnstalleerd als senior onderzoeksmedewerker op de RMIT universiteit.

Door Australië werd hem de vluchtelingenstatus verleend, door toedoen van een aanval op de auto, waarin hij reisde als waarnemer van de verkiezingen in Oost Timor in 1999.

Jacob Rumbiak staat niet vreemd tegenover de gewelddadigheden onder de handen van Indonesiërs. Hij was nog niet lang vrijgelaten van een 10 jarig gevangenschap, toen de aanval kwam. Gedurende zijn opsluiting werd hij herhaaldelijk gemarteld en verbleef 2 jaar in een geïsoleerde cel boven in een stenen toren. Hij werd dikwijls rondgeleid door gevangenis medewerkers en kwam erachter dat hij op dezelfde verdieping in dezelfde gevangenis–Jakarta’s Cipinang zat als Oost Timors president Xanana Gusmoa, toen in de gevangenis voor zijn rol in de gewapende strijd tegen de Indonesiërs.

De twee werden vrienden en wisselden ideeën uit over de onafhankelijkheid.

Een van Mr. Rumbiaks hoofddoelen is een internationaal waarnemerstatus voor West Papua te verkrijgen door internationale lichamen, inclusief de South Pacific Forum, die volgende week in Fiji een vergadering beleggen.

De research job is een erkenning van Mr. Rumbiaks masters degree in aardrijkskunde van het Wetenschapelijk Instituut in Bandung, West Java.

Paul James, hoofd van RMIT’s Globalisme Instituut, waar zijn onderzoek job is ondergebracht, zei, de mogelijkheden, zou Mr. Rumbiak toestaan zijn werk voort te zetten om met de Indonesische gouvernement te onderhandelen over volledige onafhankelijkheid voor West Papua. In het verleden balanceerden de Papoea’s , die naar Australië kwamen aan de buitenkant van universiteiten. Professor James zei: “wat dit betekent is, dat wij in het openbaar een stap voorwaarts maken en Jacob kan onderzoek doen hoe wij de verzoening in West Papua kunnen bijsturen.”

Veel Papoea’s, die geassocieerd worden met de onafhankelijkheidsbeweging leven in angst voor hun leven. Een paar maanden geleden werd een vriend van Mr. Rumbiak vergiftigd.

Ondanks de vervolging van onafhankelijkheidsleiders en hun families, blijft Mr. Rumbiak vasthouden aan geweldloosheid, omdat hij gelooft, dat dit de enige weg is om een opening te maken met de Indonesiërs in de dialoog op onafhankelijkheid.

Een vriendelijk man van 44, die zijn huidige positie ziet als een grote stap voorwaarts voor West Papua. “Dit is een nieuw begin voor ons allen om vredesstichters te worden, te staan voor waarheid, gerechtigheid, vrede en liefde”, zei hij.

Van een geharde guerilla vrijheidsstrijder naar een geëerd academicus op een van Melbourne’s leidende instituten, het leven is een avontuurlijke reis voor Dr. Jacob Rumbiak.

Op een ceremonie op RMIT universiteit werd hij vorige week vergeleken met de Afrikaanse staatsman Nelson Mandela. Het is de eerste keer dat een Papoea van een Australische universiteit een dergelijke lof kreeg toegezwaaid.

Dr, Rumbiak, die in een klein dorp werd geboren in het toen Nederlands Nieuw Guinea, zei, dat hij zijn vroege jaren had doorgebracht met het bevechten van Indonesische troepen, die zijn land bezetten in 1963. Hij heeft nog steeds kogel wonden.

Hij werd gevangen genomen en gedwongen een Indonesische universiteit te bezoeken. Hij werd een expert in des land’s natuurlijke watervoorziening. Hij weigerde echter zijn dromen van onafhankelijkheid op te geven en omarmde geweldloze protest tactieken– alleen veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf.

“Als politiek gevangene, neem je aan, dat je gevangenschap zal worden bekort op de een of andere manier” zei Dr. Rumbiak. “Gedwongen om gevangenisvoedsel te eten, velen stierven—-vergiftigd.  “Anderen verhingen zich om de schande, dat hun vrouwen werden verkracht door Indonesische soldaten of gingen er vandoor. Velen werden vastgebonden en in de zee gedumpt. Anderen eenvoudig doodgeschoten.”

Dr. Rumbiak vertelde, dat de moeilijkste periode van zijn gevangenschap zijn isolatie in de punt van de stenen toren was geweest, toen hij werd gevoed via een mand met een touw opgehesen naar hem.

“Ik dank mijn leven aan de aanwezigheid van een liefhebbende God en ervaar mijn tijd in de gevangenis als een gezegende ervaring en een reis naar de diepte van lijden”, zei hij.

Dr. Rumbiak brengt nu zijn meeste tijd door de wereld rond te reizen om de geweldloze toenadering  te promoten voor de onafhankelijkheid van West Papua.

In zijn spaarzame tijd vist hij op de St.Kilda pier of wiedt hij zijn groente veldje achter Luna Park

 

De mensenrechten groep ELSHAM is bezig ontmoetingen te organiseren tussen verschillende society organisaties, zowel Papoea als niet-Papoea, om Papua terug te brengen naar een zone van vrede. Deze ontmoetingen, welke verzoeningsgesprekken inhouden tussen alle betrokken partijen om te proberen de problemen in de provincie op te lossen, worden gehouden tegen een achtergrond van verhoogde bezorgdheid over wat de bedoelingen van het militaire apparaat in West Papua zijn. Men spreekt ook met leden van de OPM om het concept van de zone van vrede uit te leggen en hun ook op te dragen zich niet te laten provoceren door het leger.  Het leger heeft zich  onlangs versterkt  inclusief Kopassus speciale troepen en men gelooft, dat zij hopen, dat de zogenaamde separatisten zich laten provoceren voor acties, zodat zij een excuus hebben om niet alleen de OPM aan te pakken , maar elke andere organisatie, die zij aanmerken als separatisten.

 

Van Jakarta Post, National News,  16 Augustus – PROTESTEN

Honderden voormalige Papoea politieke gevangenen en hun naasten eisten onafhankelijkheid van Indonesië gedurende een vreedzaam protest in de provincie op Donderdag.

 

In Dublin demonstreerden Ierse activisten voor het Nederlandse gouvernement voor een nieuw zelfbeschikkingsrecht in overeenstemming met internationaal gebruik in West Papua, zoals overeengekomen tussen Nederland en de V.N., 40 jaar geleden.

De vreedzame actievoerders droegen t-shirts met opdruk “West Papuans betrayed”. Een grote vlag met de tekst: “verraad” met de datum  1962 en 2002.

Na een vreedzaam sit down protest, Micheline Sheehy Skeffinton, Trenna Lenhall, Ciaron O’Reilly  en Mark Doris werden gearresteerd en naar het politiebureau gebracht. Voor verdere informatie, contact Mark Doris: 087 2969742.

Zij overhandigden een brief met als inhoud: Het zelfbeschikkingsrecht  was niet in overeenstemming met het akkoord en jullie regering protesteerde niet.

 

Helaas is inmiddels bekend geworden, dat er geen steun van betekenis was vanuit de Pacific Island Forum (PIF) vergadering, welke vorige maand in Suva plaatsvond.

West Papoea’s hadden een internationale campagne opgezet voor een V.N. herziening van de controversiële Act of Free Choice in 1969